Assembleren en flessen vullen

De eerste gisting van de champagnewijnen is de alcoholische fermentatie, die de mout in wijn omzet. De gisten 'eten' de suiker op en produceren aldus alcohol en koolzuurgas, samen met andere elementen die de karakteristieke smaak van de wijn zullen bepalen. Deze fermentatie gebeurt net na de persing, in inoxkuipen. De malolactische fermentatie is het proces waarbij appelzuren (malum is Latijn voor appel) in melkzuur (lac is Latijn voor melk) en koolstofdioxide worden omgezet. Ze laat de aroma's in de wijn verder evolueren. De assemblage van champagnewijnen is een antwoord op de wisselvallige natuur: de percelen, de oogsten en de jaren kunnen verschillende resultaten opleveren. De wijnbouwer zal wijnen mengen om aldus een resultaat te halen dat duidelijk meer is dan de som van de gemengde kwaliteiten. Men kan wijn van diverse percelen assembleren, of van verschillende druivensoorten (chardonnay, pinot noir, pinot meunier) of van verschillende jaren. Uiteraard kan men ook beslissen om slechts op één van deze dimensies te assembleren: een millésime bijvoorbeeld, als de wijn van één jaar voldoende uitzonderlijk is om niet gemengd te worden met reservewijnen, of één druivensoort zoals onze Chardonnay blanc de blancs die een typische smaak heeft. Men zou zelfs per perceel kunnen assembleren, per gemeente of per gehucht. Het vullen van de flessen, de tirage, mag niet gebeuren vóór 1 januari van het jaar volgend op de wijnoogst. De tirage, gevolgd door een gisting op fles, zijn bedoeld om de wijn schuimend te maken, vandaar de Franse benaming «prise de mousse». Om deze fermentatie te realiseren voegt men een likeur toe, de liqueur de tirage genoemd, die samengesteld is uit suiker, gist en een remuage-bestanddeel. Nadat de flessen gevuld zijn, worden ze hermetisch afgesloten door een dopje in polyethyleen, de «bidule» genoemd, en dan gesloten met een kroonkurk. Daarna worden ze naar de kelder gebracht en «sur lattes» gelegd, dat wil zeggen opgestapeld in lange rijen met latten ertussen voor de stabiliteit. Gedurende deze fermentatie, die 6 tot 8 weken duurt, verbruikt de gist alle suikers, en brengt in de wijn naast alcohol en koolzuurgas ook de esters en superieure alcohol die bijdragen tot de geur- en smaakkarakteristieken van de wijn.